Van teen tot hiel: fascinerende anatomie van de voeT
Als we iemand voor het eerst leren kennen, behoren de voeten waarschijnlijk tot de dingen, waar we het minst op letten. Bij de constructie van een menselijk skelet ziet het er echter anders uit: bijna een kwart van de 206 botten, waaruit het lichaam bestaat, zit in de voeten. Per voet tellen we 26 stuks, daarbij komen 33 gewrichten, 20 spieren en 114 gewrichtsbanden. Daarmee behoren de voeten tot de meest complexe lichaamsdelen, samen met de handen. De opbouw van de voet is in hoge mate vergelijkbaar met deze van de hand. Puur anatomisch zouden we elke teen en ook de vingers afzonderlijk kunnen aansturen en ermee kunnen grijpen. In de loop van de evolutie en met het overeind gaan staan van het lichaam hebben de voeten zich echter aangepast aan hun nieuwe functie: de grijpfunctie is een steunfunctie geworden, die het rechtop gaan bevordert.
TIEN FEITEN OVER HET THEMA VOET
De voet wordt onderverdeeld in drie delen: de voetwortel, de middenvoet en de tenen. De voetwortel verbindt de middenvoet met het onderbeen en bestaat uit zeven beentjes, waaronder het sprongbeen en het hielbeen. De middenvoet bestaat uit vijf tastbare middelvoetsbeentjes, die verbonden zijn met de grote teen. De tenen bestaan op hun beurt uit pijpbeentjes met twee tot drie kootjes en zijn vergelijkbaar met de vingers, maar zijn wel minder beweeglijk. Veel mensen geloven dat de tenen als afzonderlijke delen de functie hebben het evenwicht te behouden. Daarvoor zou echter ook een beenplaat voldoende zijn. In werkelijkheid zijn de tenen in hoge mate beweeglijk om zich te kunnen afzetten bij het stappen, wat de voetspieren versterkt. Als we dat de tenen niet gunnen – bijvoorbeeld omdat de voet het grootste deel van dag in een stijve schoen zit –, worden de spieren zwakker, de voetholte wordt platter en er ontstaat mogelijk een verkeerde stand. Om dit te voorkomen, zou men regelmatig op blote voeten moeten lopen of actief voetgymnastiek moeten doen.
te voet de wereld over - de gangbare voetvormen
In het algemeen maakt men een onderscheid tussen drie verschillende voetvormen, gemeten op basis van de teenlengte en -geometrie. Hun namen – Egyptisch, Romeins en Grieks. Feitelijk zijn de namen als referentie te zien, in welke landen of culturen de respectieve voetvormen het vaakst worden afgebeeld in de kunst.
LOOP BETER MET DE FIT INSOLE
Iedere voet is anders. Hoe kan één enkele inlegzool optimaal passen voor duizenden voetmaten en -vormen? ATLAS biedt het antwoord: De FIT Insole maakt het mogelijk met behulp van flowmould-technologie, dat elke zool individueel aan de voetboog op maat wordt aanpast.
LEER MEER ➔